Appelroosjes

Bereidingswijze

1. Stap 1

   Haal het bladerdeeg 10 minuten voor gebruik uit de koelkast en verwarm de oven voor op 230⁰ C. (heteluchtoven 210⁰ C).

2. Stap 2

   Was de appels en verwijder het klokhuis. Halveer de appel in de lengte en snijd de appel met een dunschiller of mes in hele dunne plakjes. Leg de appelplakjes in een kom en schenk er warm water en citroensap overheen.

3. Stap 3

   Rol het bladerdeeg uit en snij het bladerdeeg in de breedte in 6 gelijke delen.

4. Stap 4

   Meng in een steelpan de abrikozenjam met 1 eetlepel water en het vanillemerg en verwarm zodat het goed mengt. Bestrijk alle 6 stroken bladerdeeg met de jam, maar smeer niet teveel.

5. Stap 5

   Haal de appelplakjes na 10-15 minuten uit het water. Ze moeten zacht en flexibel zijn zodat ze niet scheuren bij het oprollen.

6. Stap 6

   Meng de kaneel en het suiker en smeer het deeg hiermee in. Giet de appelplakjes af en leg deze over de lengte van het bladerdeeg dakpansgewijs over elkaar. Zorg ervoor dat de appels iets boven het bladerdeeg uitsteken.

7. Stap 7

   Rol het bladerdeeg in de lengte losjes op zodat de appel op z’n plek blijft zitten. Druk aan het einde het bladerdeeg een klein beetje aan zodat het roosje niet meer terug kan rollen.

8. Stap 8

   Plaats de roosjes in een ingevette en met bakpapier beklede muffinvorm. Zet de vorm in de oven en draai de temperatuur terug naar 200⁰ C. (heteluchtoven 190⁰ C).

9. Stap 9

   Bak de roosjes gedurende 30-40 minuten gaar en goudbruin. Let op, het midden wordt niet helemaal gaar. Leg een stuk aluminiumfolie over de roosjes wanneer de randen van de appel te snel verkleuren.

10. Stap 10

    Neem uit de oven en bestrijk met de warm gemaakte jam uit de pan. Bestrooi eventueel met wat poedersuiker.